Informatie over duivensport

De duivensport is tussen 1815-1825 in België ontstaan. Vrij snel waaide dit Europa over en ontstonden er ook in Nederland heuse duivenmelkers. Door alle lagen van de bevolking zag je duivenmelkers, met een hoogtepunt van 100.000 liefhebbers.
Voordat de telegrafie uitgevonden werd, hadden onze postduiven dienst als postbode. Briefjes werden om de poot van een getrainde duif bevestigd, en grotere documenten in een koker op de rug van de duif. Deze brachten ze dan terug naar hun woonplek, waar de post werd ontvangen.
Een duif kan dit over grote afstanden doen, en ook jaren later nog vinden. Zeer bijzonder!!

De vergrijzing in onze hobby heeft er voor gezorgd dat er nu nog 16000 duivenmelkers over zijn in Nederland, ondanks dat het bij de Nederlandse cultuur behoort, en sinds 2017 ook immaterieel erfgoed geworden is. 
Gelukkig zien we soms weer jeugdigen die het erg interessant vinden, maar ook mensen die meer thuis van een hobby willen genieten en starten met deze bijzondere sport en omgang met de intelligente duiven. En echt…het blijft fantastisch als je duiven na 100-200-300 of zelfs bijna 1000 km terug komen op je hok en ze weer blij zijn de andere duiven en hun baasje te zien
In het volgende deel vind je allerlei info over de duif, de verzorging, de hobby, die je ook op de site van de Nederlandse Postduiven Organisatie in Veenendaal kunt vinden.
Dit is de link: https://www.duivensportbond.nl/postduiven-houden
De belangrijkste informatie over het houden van postduiven wordt hier beschreven. Natuurlijk valt er veel meer over de hobby te zeggen. Op het kantoor in Arnhem is gratis een informatieboekje te krijgen. Wil je zo’n boekje, stuur dan een e-mail naar de ledenservice.

Spreekbeurt

Wil je graag een spreekbeurt houden over postduiven, dan kunnen we een informatiepakket voor je samenstellen. Ook hiervoor stuur je een e-mail naar de ledenservice. Vermeld in je mail wanneer je je spreekbeurt moet houden, hoe oud je bent en hoeveel kinderen er in je klas zitten. 

 


De postduif

Iedereen verbaast er zich over hoe het een postduif lukt om de weg naar huis terug te vinden. Breng een postduif bijvoorbeeld 400 km weg met de auto, laat hem los en hij vliegt binnen een paar uur terug naar huis. Omdat een postduif dat zo goed kan, werd hij al eeuwen geleden gebruikt om berichten mee te versturen. Later gingen mensen ook wedstrijden met duiven organiseren. En dat gebeurt nog steeds!

Waar komt de postduif vandaan

De postduif of sportduif stamt vrijwel zeker af van de rotsduif (Columba livia). Deze leeft in middelgebergten, en dan vooral langs kusten en op zeekliffen. Je komt de rotsduif onder andere tegen in Groot-Brittannië en in de landen rond de Middellandse Zee.

Geschiedenis

Al ver voordat onze jaartelling begon, werden in landen als Perzië, Griekenland en Egypte duiven gehouden. Hierdoor kwam er een tamme duivensoort. Deze tamme duiven werden vooral gebruikt voor consumptie. Hierna gingen de Romeinen en Grieken de duiven ook gebruiken voor het versturen van berichten. 

In de 16e eeuw kwamen de eerste ‘duivenhokken’. Het waren onderkomens in de vorm van torens en deze waren eigendom van de edelen. De meeste jonge duiven at men op. Verder gebruikte men de ontlasting van de duiven om het land te bemesten.

De postduivenhobby waarbij men wedstrijden ging houden, is tussen 1815 en 1825 in België ontstaan. Het idee ontstond om duiven te gaan kweken die snel naar hun hok terugkeren. Vanuit België verspreidde de hobby zich over Europa en ook in Nederland werd het houden van duiven populair.

Mannetje of vrouwtje

Een mannetjesduif wordt doffer genoemd, een vrouwtje duivin. De doffer is meestal forser en krachtiger gebouwd dan de duivin, heeft grotere neusdoppen, een langer borstbeen en bredere slag- en dekpennen.

Lichaamsbouw

Een postduif kan snel en lang vliegen. De lichaamsbouw van de duif is hier helemaal op aangepast. Zo zijn de meeste botten van binnen hol. Hierdoor is de duif niet zwaar. Een postduif heeft ook twee hele sterke borstspieren. Deze spieren gebruikt de duif om de vleugels op en neer te bewegen.
De lichaamstemperatuur van vogels is veel hoger dan bij zoogdieren, namelijk 41ºC. Dat is omdat het vliegen veel energie kost en de duif daarom een hogere verbranding nodig heeft.

Van ei tot vliegende postduif

De postduif groeit heel erg snel in vergelijking tot andere dieren. Wanneer een jonge duif uit het ei komt, is het niet veel groter dan een duim en weegt het ongeveer 20 gram. Na vijf weken weegt de duif al 300 gram en wordt hij ook niet veel groter meer. 

Als een duif geboren wordt, is deze blind en naakt. De duif is met een beetje geel dons bedekt. De eerste dagen krijgen ze zogenaamde ‘kropmelk’ gevoerd. Dat is eiwitrijk voedsel dat aangemaakt wordt in de krop van zowel doffer als duivin. Na zes dagen gaan de ogen van de duif open. Vanaf dat moment krijgt hij geen kropmelk meer, maar granen. 

Na ongeveer drie weken is de duif zelfstandig en gaat hij zelf eten en drinken. Als ze vier weken oud zijn, beginnen ze te vliegen. Vanaf ongeveer een half jaar zijn de duiven geslachtsrijp.

Verzorging

Postduiven heb je niet alleen voor je eigen plezier, ze moeten ook een goed leven hebben. Dat kan alleen wanneer ze goed verzorgd worden.

Je begint met het aanschaffen van een goed onderkomen in je tuin of op een andere locatie. De duiven moeten elke dag voer en water krijgen, het hok wordt iedere dag schoongemaakt en op bepaalde tijden mogen de duiven even het hok uit om een rondje te vliegen.

Eten

De duiven krijgen meestal twee keer per dag granen en peulvruchten (o.a. maïs, erwten, tarwe, gerst) en minstens één keer per dag schoon drinkwater. Fabrikanten van dierenvoer mengen de granen en peulvruchten, zodat je een kant-en-klare ‘mengeling’ bij de dierenspeciaalzaak kunt kopen. Er zijn verschillende mengelingen te koop die afgestemd zijn op wat een duif nodig heeft. In de ruiperiode heeft de duif misschien andere behoeften dan in de periode dat ze aan vluchten meedoen.
Een duif eet per dag zo’n 30 tot 40 gram granen en drinkt ongeveer 50 ml water. Een duif heeft in verhouding veel vocht nodig, dit is om het voer goed te kunnen verteren.

Bijproducten

Postduiven pikken naast granen en peulvruchten stukjes steen of grit op. Vogels hebben namelijk geen tanden. Grit helpt om het voedsel in de maag te malen.
Geef de duiven ook twee keer per week mineralen. Maak het voer vochtig met een beetje olie en meng het met een beetje mineraalpoeder. 
Andere producten die door veel liefhebbers gegeven worden, zijn een uitgeperst teentje knoflook in het water, een krop sla, pinda’s, gepelde zonnebloempitten en hennepzaden.

Het hok schoonhouden

Elke dag moet het duivenhok worden schoongemaakt. De ontlasting van de duiven wordt met een krabber van de vloer, de zitschapjes en uit de broedhokjes gekrabt. 
Maak ook de drinkbakken en etensbakken regelmatig goed schoon. 

Een bad

De meeste duiven houden ervan om zo nu en dan een bad te nemen. Zet hiervoor een bak, gevuld met ongeveer 10 cm water, in de tuin of in het hok. Doe in het bad een flinke scheut azijn en een eetlepel keukenzout. Dat helpt ongedierte te bestrijden.
Laat het bad na het baden niet te lang staan. Soms drinken de duiven eruit en wanneer het water lang staat, kunnen de duiven er ziek van worden. Zet je het bad in het hok, hou dan in de gaten dat de grond niet te nat wordt. Een vochtig hok is niet goed voor de duiven.

Ziektes  constateren

Je moet als verzorger attent zijn op allerlei symptomen die wijzen op een ziekte. Observeer daarom elke dag het gedrag van je duiven. Wil de duif wel vliegen? Zijn de neusdoppen mooi wit? Hoe is de mest? Maakt de duif geluiden bij het ademhalen?
Denk je dat duiven ziek zijn, ga dan naar een dierenarts voor de juiste diagnose en de juiste medicijnen. De meest voorkomende ziektes bij postduiven zijn ‘t geel, ornithose, coccidiose, pokken, paratyfus en paramyxo. Tegen de laatste ziekte moeten de duiven zijn ingeënt als je ze mee wilt laten doen aan vluchten of tentoonstellingen.

Het duivenhok

Postduiven worden gehouden in een duivenhok. Het ligt aan hoeveel ruimte je hebt, hoeveel duiven je wilt houden en natuurlijk hoeveel geld je uit wilt geven, hoe groot het hok kan zijn.

Zorg er in ieder geval voor dat het hok van binnen goed droog is en dat de temperatuurverschillen niet te groot zijn. Een goede ventilatie en isolatie zijn belangrijk. Natuurlijk moet het ook goed schoon te maken zijn. Als de mogelijkheid er is, kan het hok het beste met de voorkant op het zuiden of zuid-oosten worden geplaatst. Geen ruimte in de tuin? Ook een hok op de garage of op zolder is een mogelijkheid.

Regels voor plaatsing van een hok

Het plaatsen van een duivenhok kan niet altijd zomaar. Er zijn regels opgesteld door de overheid. Het kan zijn dat er bij de gemeente een vergunning aangevraagd moet worden. Of dit nodig is, kun je zelf checken via het online omgevingsloket.
Heb je een koopwoning, dan zijn het alleen deze regels waar je mee te maken hebt. Bij een huurwoning kan dat anders liggen. De verhuurder kan in het contract voorwaarden over bijvoorbeeld het houden van huisdieren hebben opgenomen.

Bouwtekening

De NPO heeft standaard bouwtekeningen van een duivenhok. Deze kunnen gebruikt worden wanneer het aanvragen van een vergunning nodig is. Het is mogelijk om de bouwtekeningen gratis te downloaden

Inrichting hok

Wat in ieder geval in een hok aanwezig moet zijn, is een drink- en etensbak.
Aan de wanden zijn zitplaatsen voor de duiven bevestigd. Zorg er altijd voor dat er meer zitplaatsen zijn dan duiven. Dit zorgt voor rust in het hok.

Wil je ook jonge duiven kweken, dan zijn broedhokken nodig. Een broedhok is meestal 40 cm breed en hoog en 80 cm diep. De duiven moeten het hok uit kunnen vliegen via een klep. Om ervoor te zorgen dan de duiven wel zelf naar binnen kunnen, maar niet meer naar buiten, worden vaak ‘dringers’ bevestigd of wordt er een ‘spoetnik’ geplaatst. 

Wedstrijden met duiven

Postduiven kunnen van eind maart tot ongeveer eind september meedoen aan speciaal georganiseerde vluchten. Bij deze wedstrijden worden de duiven op een bepaalde afstand weggebracht en daar allemaal tegelijk losgelaten. De duif die het snelst weer in het eigen hok terug is, heeft gewonnen.

Voordat een duif hieraan kan meedoen, moet hij goed getraind zijn. In het begin brengen de meeste postduivenhouders de duiven zelf een klein stukje weg. Maar ook worden door verenigingen zogenaamde ‘opleervluchten’ georganiseerd.

Het vervoer

Duiven die meedoen aan vluchten worden in speciaal daarvoor gemaakte vrachtwagencontainers vervoerd. Deze wagens zijn zo aangepast dat er voldoende frisse lucht binnen komt, de temperatuur goed geregeld kan worden en de postduiven tijdens de rit makkelijk van water voorzien kunnen worden en gevoerd kunnen worden. De manden die in de vrachtwagens gaan, zijn ook speciaal voor het vervoeren van postduiven gemaakt. 

Categorieën

De eerste wedvluchten in het seizoen worden gehouden met ‘oude duiven’. Oude duiven zijn alle duiven die niet in het lopende jaar zijn geboren. Vanaf juli worden ook vluchten met jonge duiven gehouden.

Behalve het verschil tussen vluchten voor jonge en oude duiven, zijn er ook vluchten met verschillende afstanden. 

De meeste deelnemers specialiseren zich in een aparte categorie. Duiven die namelijk erg geschikt zijn voor vitessevluchten (sprinters), zijn vaak minder geschikt voor marathonvluchten (lange afstandsduiven). Vergelijk dit maar met mensen die aan hardloopwedstrijden meedoen. 

Ringen

De meeste postduivenliefhebbers gebruiken tegenwoordig een klok waarbij de thuiskomst van de duiven elektronisch geregistreerd wordt. De duiven krijgen hiervoor een chip in de ring die ze al om hebben of een extra ring om de poot met daarin een chip. 

Als de duif terugkomt van de vlucht, loopt hij over een antenne het hok binnen. De klok herkent de chip en weet welke duif erbij hoort. Er gaat een signaal naar de klok en de tijd van aankomst wordt in het apparaat vastgelegd.

Wanneer de deelnemer nog op de ouderwetse manier ‘klokt’, krijgt de duif een gummiring aan de poot. Op dit rubberen ringetje staat een nummer. In de vereniging hebben ze in de computer gezet bij welke duif dat nummer hoort. Wanneer de duif thuiskomt, haalt de liefhebber het gummiringetje van de poot en stopt deze in een opening in de klok. De ring verdwijnt in de klok en op een papierrol wordt een afdruk met de juiste tijd gemaakt. 

Prijzen

De meeste liefhebbers doen aan vluchten mee om kampioen te worden. Door veel punten te halen, kunnen ze een bepaald kampioenschap winnen, bijvoorbeeld ‘beste oude duif van dat jaar’. Vroeger was het ook heel gebruikelijk om een gokje te wagen. Dat gebeurt nog steeds, maar wel veel minder dan voorheen. In de postduivenwereld heet dit poulen. Er worden kleine bedragen ingezet, variërend van 10 eurocent tot € 2,50. Wanneer de duif goed presteert, maakt de liefhebber kans zijn poulegeld met wat winst terug te verdienen.

Tentoonstellingen

Als er geen vluchten georganiseerd kunnen worden, in de maanden oktober t/m februari, worden door veel verenigingen tentoonstellingen georganiseerd. De duiven worden beoordeeld door speciaal opgeleide keurmeesters. De mooiste duif wint een prijs.

Fascinerende hobby

Zie ook het nieuwsbericht van 20-4-2024

Reacties zijn gesloten.