Koby Dietz

Vandaag, 18 april 2025, mocht ik op de koffie bij onze oud-voorzitter Koby,

Eerst thuis, waar ze geen duiven houden. Die zitten bij broer Harrie iets verderop, waar we straks gaan kijken.
Koby is vanaf 1962 lid geworden bij de Gevleugelde Vrienden, 3 maanden nadat de vereniging was opgericht door o.a. Henk Oonk, Jan Oonk, Jan Beijers.

Niet zozeer omdat hij aan wedstrijden wou gaan meedoen, maar vanuit nieuwsgierigheid. Thuis op een platje had een paar duiven voor het plezier. En eigenlijk kom ik dat bij Koby de hele ochtend tegen.
Het gaat hem met name om het plezier in het houden van de duiven, het contact met de dieren. Natuurlijk wil wel eens een keer vroeg zitten, maar dat is niet het eerste doel.
Toen de vereniging werd opgericht was het nogal eens zoeken naar een locatie waar ze mochten zitten.

Zo zijn ze begonnen in een gebouw bij het spoor in de buurt van de papierfabriek, waar ook de Jiujitsu vereniging zat. Later verhuisden ze o.a waar nu Flora, Harmonie, Jaspers, Spoorzicht zitten, in totaal 7 locaties, en de laatste was aan de Ravenhorsterweg waar we nu zitten.
Jeugdleden hadden ze in 1962 nog niet, en klokken deed Koby eerst ook niet.
Het waren andere tijden. Inkorven ging in rieten manden, en die werden met de transportfiets naar het station gebracht, om de reis met de trein verder te vervolgen.
Later werd het aanvoeren met een zeilwagen, waar de rietenmanden in werden gezet. Dat werd vaak nachtwerk, twaalf uur half 1 moest er vaak worden geladen.
Toen Koby met de wedstrijden mee ging doen, heeft hij dat eerst in verschillende combinaties gedaan. Toen hij voor zichzelf verder ging, deed hij vaak met een stuk of 6-7 duiven mee.

Op foto van Oud-Winterswijk, zie je Koby’s vader bij een duivenhok staan. Daarnaast, in het stenen schuurtje,  had Koby zijn duiven zitten.
In de wei had Harrie een hokje zelf gebouwd.
Tsja en dan begint de scharreltijd, verkering en trouwen, en werd er een nieuwe woonplek gevonden.
In 1969 kwamen ze aan de Keizersdwarsstraat te wonen, en het 1e hok werd gemaakt, en wel van een keet van de volkshuisvesting.
Lang hebben ze bij Twente gevlogen, en moesten de duiven naar Rijssen, Hengelo(ov) worden aangevoerd. Daarbij gebruikten ze een vrachtwagen die garage Scholten beschikbaar had gesteld.
Met je werk moest je dan rekening houden dat de zaterdag vrij moest zijn, want als de duiven niet gelost werden en weer terugkwamen, moest je ze daar dus weer ophalen voor de club.
Rudi Nees deed dat eerst. Later heeft hij het overgenomen.

Koby heeft veel voor de vereniging gedaan. Alle bestuursfuncties, behalve het secretariaat. Zelfs een tijdje een dubbelfunctie omdat er geen mensen beschikbaar waren.
Ook heeft hij alle gesprekken meegemaakt als bestuurder die te maken hadden met de fusies van de 3 duivenverenigingen die we rijk waren in Winterswijk. Geen gemakkelijke klus zo velen weten, en inmiddels als weer 25-30 jaar geleden dat dit begon. Van 3 naar 2 en uiteindelijk naar 1 vereniging nu in Winterswijk, waar we elkaar hard nodig hebben om al het werk rond te krijgen. 
Daarnaast heeft Coby de feestcommissie opgericht, waarbij ze een startkapitaal van 25 gulden kregen..
Ook hebben ze financieel met de club in zwaar weer gezeten.  Het idee werd toen geopperd om obligaties van 100 gulden uit te geven. Na verloop van tijd als het weer beter ging financieel zou dit weer worden afgelost. Uiteindelijk hebben bijna alle leden dat geld in de club gelaten.
Om het rijtje compleet te maken horen hier ook nog de oprichting van de fietstocht met Pinksteren samen met Johnny Schigt en Gerrit Besselink, en de kaartclub in de winter er bij.

Ook kan Koby in geuren en kleuren vertellen(zie ook de foto’s daarvan) hoe het huidige clubgebouw is gemaakt, en later nog eens uitgebreid met een keet voor het inkorven.

En ja, verschillende jubileumfeesten heeft hij meegemaakt. Op de foto’s het 25- en 40-jarig bestaan.


In de Coronatijd was Koby 60 jaar lid, en zou gehuldigd worden, maar dat viel toen in het water. Dat is later dunnetjes overgedaan. Dan kun je over die 60 jaar dus wel een boek schrijven. Wat is er veel met de club en mensen gebeurt, wat een veranderingen allemaal in de club, maar zeker ook op landelijk niveau. En die veranderingen zullen doorgaan.

Wat was je mooiste duivenervaring?
In 98/99 waren ze de 7e duivenliefhebber van Nederland bij de Overnachting.
Geweldig was dit, met een rode doffer. Hij was van het soort Koopmans Ottersum(Theelen).
Een geweldige huldiging in Rosmalen inclusief het volkslied wat werd gespeeld ligt nog steeds vers in het geheugen. Ze hadden op de poulelijst een vinkje verkeerd gezet, anders waren ze zelfs 1e of 2e geworden, maar desalniettemin een geweldige belevenis!

De rode doffer heeft 6 keer op Teletekst gestaan. En ja, daarna wil natuurlijk iedereen bonnen van je hebben. Er dook ook een opkoper op, 5000 gulden konden ze krijgen.
Maar ja, het was de bedoeling dat ie nog 1 keer mocht schitteren op St. Vincent, en daarna het kweekhok in. Dus verkoop was niet aan de orde.
“En dan heb je de broedbak leegzitten, en denk je,  ik had het niet moeten doen…”
Echt weer een teken dat de dieren zijn hobby is, en niet het winnen of het geld.
Helaas ging het met de doffer mis op St. Vincent, en kwam niet terug in zijn broedbak 17.
“Hij moet verongelukt zijn, dat kan niet anders”, aldus Coby. 
Een jong ervan gaf ook nog een keer een 3e Teletekstvermelding. Hiermee hebben ze het Taurus kloksysteem gewonnen. Echt een goed soort dus!

Hoe gaat de verzorging door de week heen?
Het duivenhok staat bij broer Harrie. Met Harrie vliegt hij al ruim 25 jaar samen.  Hij verzorgt ze, maakt ze 3 keer daags schoon, en voert ze.

Ook zet hij ze voor het inkorven in de manden. “Ik ben er superblij mee dat hij dat doet!
Zonder Harrie zou ik de hobby niet meer kunnen uitvoeren”.

Aan welke eisen moet een hok voldoen?
We hebben 2 hokken, eentje van 6 m met 3 afdelingen en eentje van 4 m met 2 afdelingen.
Harrie heeft de hokken zelf gebouwd, en dan ook nog van materialen die hij hier en daar gekregen had, al dan niet ook voor het werk. Op deze manier werd met goede materialen en de nodige eigen inspanning een betrekkelijk goedkoop hok gebouwd, die aan alle eisen voor goed duiven houden voldoet.
Verluchting is een ontzettend belangrijk onderdeel van het hok. Je kunt zo het hok droog houden, niet te warm krijgen en genoeg zuurstof voor de duiven binnen halen.
Zie ook de details op de foto’s. Een fijn en degelijk hok. 

Tsja de vlieglijn staat op de deur in het hok. DIt is denk ik zelfstudie voor de duiven, zodat zich goed kunnen inprenten hoe ze naar huis moeten vliegen. En die luchtruimfoto ernaast….?
Dat is dan de richting van waaruit ze rechtstreeks thuis moeten komen. T’is maar even dat ze dat weten…

Wat vind je de mooiste vluchten?
De Fond en met name de Overnachtfond vind ik het mooiste. De spanning en de hoop op een vroege, dat is geweldig.
Jaren geleden zijn ze overgestapt op Vitesse/Midfond en hebben ook minder duiven. Soms een keertje mee op de Dagfond. Met name het plezier staat voorop, het wachten op de dieren en van de thuiskomst genieten.

Rijd je veel met de duiven?
De oude duiven breng ik voor het vliegseizoen 2-3 keer weg. Met de jongen ga ik 5-10 keer op pad, net zo het uitkomt. Maar eigenlijk moeten jongen zichzelf africhten. Door ver weg te trekken leren ze heel veel.

Wat voor voersysteem volgen jullie?
Harrie voert de duiven. En we houden het simpel. Per seizoen voeren we wat daar bijhoort, dus Kweek-, Rui- en Vliegvoer met daarnaast grit en snoepzaad. Moeilijker maken we het niet.

Wat vind je van de ontwikkelingen in de sport?
We hebben te maken met vergrijzing en geen aanwas. Deels doordat er zoveel meer te doen is voor de jeugd, deels ook omdat alles duur wordt. Een hok, het voeren en het meesturen op de vluchten, het kost steeds meer, en niet alleen voor de jeugd. Ook om deze redenen stoppen liefhebbers.
Daarnaast groeit de groep van professionele duivenhouders. Als kleine liefhebber wordt het dan lastig. Duiven zijn kudde dieren, en op de Vitesse-Midfond moeten ze dan maar proberen uit de grote groep te komen.
Dus je moet eigenlijk niet teveel in groter verband je geluk zoeken. Het draaien in de vereniging en onderling competitie houden, daar moet je van genieten. En natuurlijk van de duiven zelf als ze na één of twee nachten weer volle vaart thuiskomen.
Ook zijn de Jaarlingencompetitie, de Belgencompetitie, de Vereniging open, alsook de attractievluchten mooie elementen om onderling te strijden, en na die tijd er een feestje van maken. Dat komt de gezelligheid ten goede, en kun je fijn samen vereniging zijn.
“Ik heb dan ook waardering voor de kleine liefhebber die moet strijden tegen de groteren, zelfs profs soms, met clubgevoel, die van zijn dieren geniet!”

Met deze mooie woorden van Koby  sluit ik weer een ochtendje koffie drinken af. Heb toch weer historische feiten en plaatjes op kunnen halen, die voor mij weer nieuw en interessant waren.
En wat ook weer geweldig was, dat was om bij een verenigingsman koffie te drinken, die veel voor de club betekent, en ook nog eens samen met broer Harrie echte duivenliefhebbers zijn!













Reacties zijn gesloten.