
Vandaag(15 mei 2025) was ik op de koffie bij Arnoud Ebbers(28 jaar) in Doetinchem.
Ik mocht mijn gekochte bon verzilveren die ik op onze clubtentoonstelling had bemachtigd.
Nou, als je voor z’n huis staat, dan zie je het wel. Die man is loeidruk. Een openhuis, druk met verbouwen dus, en daar is ie nu een jaar mee bezig.
Tijdelijk in de stacaravan gezeten, en hopelijk in de zomer van 2026 klaar. Ik houd daar wel van, paar jaartjes zelf worstelen en dan uiteindelijk genieten van je veel door jezelf gemaakte resultaat.
En natuurlijk ook helpers waar je dan weer blij van wordt.
Ik had die bon gekocht, omdat ik een keer een artikel op internet tegen kwam. Dit kun je online vinden bij “de Gelderlander” gemaakt op 5 mei 2021.

En dat vond ik mooi. Jonge kerels die proberen om de sport te promoten en dan ook bij schoolklassen op bezoek gingen om kinderen over hun hobby te vertellen. Prachtig!
Daar wou ik wel eens even mee kletsen, en ook wel een jonge duif van hebben, want ze doen het best goed in onze afdeling 9.
En ze hebben blijkbaar veel gemeen die 2 gebroeders, want ook Walter (32 jaar) is met een huis bezig aan ’t verbouwen, die een jaar eerder is gekocht.
Met dat promoten is het nu wat rustig. Heel druk natuurlijk met het verbouwen, en tegenwoordig gaat alles toch veel meer online, en kun je veel meer reacties verwachten dan met een artikel in de krant.
Ook heeft Arnoud wel eens samen met Arnold Paalman scholen bezocht en lezingen gehouden. Zelfs een excursie georganiseerd en de leerlingen met een bus vol naar Eijerkamp laten komen. Dit waren dan leerlingen van het Zone College, VMBO dierenhouderij.
“Je probeert zo interesse te wekken bij de jeugd. Al valt het niet mee om ze zover te krijgen er wat mee te gaan doen. En daar is natuurlijk ook heel wat voor nodig tegenwoordig”.
Walter is in 2007 met duiven begonnen. Op zolder in de schuur van hun ouders hadden ze zelf een hok getimmerd. In 2008 is Walter met de wedvluchten begonnen. Arnoud is er bijna direct ook bij betrokken geweest en samen waren ze met de hobby bezig. In 2014 is hij op naam erbij gekomen en gingen ze verder onder de naam “gebroeders Ebbers”.
Eigenlijk hebben ze de eerste 6 jaren veel duiven gekregen, en was hun kolonie dus opgebouwd uit krijgertjes. Toen zijn ze op zoek gegaan, duiven gehaald bij goede liefhebbers, en eigenlijk weer een nieuwe groep duiven opgebouwd. Vanaf dat moment ging het duidelijk beter.
Arnoud had ook een zaterdagsbaantje bij Eijerkamp, hokken krabben dus. Dit heeft hij 5 jaar gedaan.
Daarbij heeft hij ook veel duiven gekregen. Ging ook vaak op zaterdag hier naar de wedstrijden kijken. En natuurlijk de nodige kennis hier opgehaald.
Zijn huidige duivenmaat Han Immink uit Rijssen heeft ook hokken gekrabd bij Eijerkamp, met name in de winter. Gerard Boesveld, oud-hokverzorger bij Eijerkamp, en was ook bezitter van een mooie kolonie duiven, ging op een gegeven moment zelf stoppen met de duivensport.
Han en Arnoud hebben toen de kweekduiven van hem overgenomen.
Tot 2023 zaten de vliegduiven nog bij de ouders van de gebroeders.
Echter vliegduiven niet thuis te hebben, belemmert toch een stuk aandacht die je eraan moet geven. Omdat ze toch wel veel jongen hadden gekweekt, maar ze zelf niet goed konden plaatsen hebben ze er veel op andere hokken geplaatst.. Een paar bewaart en op de natour in het nieuwe hok gespeelt.
“Een bijkomend voordeel is wel, dat wanneer je jongen verkoopt, ook naar andere spelgebieden, en ze het daar goed doen, je dan weet dat het geen slechte duiven zijn die je kweekt. Op die manier kun je de kweekduiven ook goed doorselecteren”.
Dat de jongen die ze wel hebben bewaard alleen op de natour zijn gespeeld het nu redelijk doen maar volgens Arnoud beter kunnen presteren, komt ook wel door de gemiste ervaring als jonge duif.
Hij vind dat ze meer vluchten onder de vleugels moeten hebben, en ook zwaarder als jonge duif. Dan weet je wat ze in hun mars hebben.
“Dat we in een breed spelverband vliegen kan lastig zijn, maar je weet wel welke duiven zo goed zijn dat ze uit de groep willen gaan om naar huis te vliegen. Dat zijn de goeie.
Maak je een smal spelgebied en de hele groep stormt gezamenlijk naar huis lijkt hem makkelijker om de jongen de eerste vluchten beter naar huis te krijgen”.
Eind november wordt de start gemaakt met de kweek. De kwekers zitten bij de ouders. De bedoeling is dat bij Arnoud en Walter uiteindelijk zoveel hokruimte komt, dat dat allemaal thuis kan.
Dan wil Arnoud binnen twee, drie jaar met ongeveer 20-30 duivinnen gaan vliegen met de oude duiven. Deze vliegen constanter dan doffers. Al kan een doffer soms ook wel eens knettervroeg zitten.
Selectie
Selectie is eigenlijk een woord wat ik steeds hoor in de verhalen van Arnoud. Daar is hij heel erg kien op. Als je de afgelopen jaren terugkijkt, zijn er van de 70-80 jongen die er zijn gekweekt, na 3 à 4 jaar uiteindelijk 2 die goed genoeg waren om op het kweekhok te komen.
Opmerkelijk hierin:
“Het is niet erg als jonge duiven op de eerste vlucht na een paar dagen later zelf terug komen. Als ze dan maar snel ook weer op gewicht komen. Deze hebben de kop wel zo fris, dat ze zelf weten hoe thuis te komen”.
Uiteindelijk zijn het opvallend vaak een aantal van die duiven, die het bij Arnoud goed gedaan hebben in de latere vliegcarriëre, maar als jong deze start hebben gehad.
“Toppers zijn er weinig, maar je moet er wel eens eentje hebben. Als je nooit een goeie uitslag hebt, kan het toch aan meerdere zaken liggen.
Eigenlijk moet de complete cirkel kloppen van kwaliteit duif/hok/voeding/verzorging/training en ook nog geluk. Wil het niet goed vliegen dan moet je opzoek naar de zwaktste schakel hierin.
Als je alles voor je duiven doet, dan komen ze! Zolang dat niet lukt, is de cirkel van de schakels niet rond.
Op de Vitesse moeten ze er wel eens bijzitten, en op de Midfond zich zeker een paar keer laten zien. Uiteindelijk is de Dagfond het mooist!
Er zit ook vooral “van Loon” bloed in mijn duiven.
Als kweker moeten ze 2-3 jaar lang 6 jongen geven. Een jaar lang met de zelfde partner, en jaar erop wel met een andere. Je hebt dan 12-18 jongen hieruit gekregen, en daar moet wat bruikbaars bij zitten, anders gaat deze kweker weer weg.
Daarom vind ik het ook wel mooi om duiven bij anderen te testen.. Als ze het daar goed doen, weet je dat je wel kwaliteit in je duiven hebt zitten.
Ook vind ik het mooi, dat Walter en ik samen uit 1 hok alles kweken, en vervolgens de jongen dan in de toekomst gaan verdelen. Daar gaan we een onderlinge strijd van maken als we allebei onze eigen accommodatie op orde krijgen. Mooi is dat, en we leren zo van elkaar!
En haal zelf duiven bij mensen die niet goed op de route liggen, maar wel goed presteren. Dus bekijk de duivenuitslagen steeds goed, en weet waar je haalt.
Ook heb ik bij Eijerkamp wel geleerd, dat van alle duiven die je kweekt uiteindelijk maar een heel klein percentage top is. Dus selectie is cruciaal, de wet van de getallen helpt je om goed te selecteren.
Als mensen dus een bon van me kopen, dan is de kans dat dat éne jong goed is, nog kleiner dan vandaag 1000 euro ergens te winnen. Dus geef ik er dan maar een paar meer mee, iets meer kans dan, haha!”

Wat vind je belangrijk voor de duivensport
“Gun elkaar het succes. Soms denk ik wel eens waar gaat het naar toe in Nederland. Als voorbeeld hoor ik weleens verhalen hoe het in Roemenië gaat. Daar zijn erg weinig duivenliefhebbers. Maar iedereen is met elkaar positief bezig en maken samen plezier met de duiven.
Maak geen mot. En gun elkaar de overwinning, want het gaat uiteindelijk om het spelplezier in combinatie met het fanatisme. En hoe mooi is het als iemand met jouw gekweekte duif een 1e pakt!”
Voeding
“Het voeren is weinig spannend. We voeren het hele jaar hetzelfde voer. Het allerbelangrijkste is dat je de duiven jaarrond op gewicht houd, vooral ook als je zwaardere vluchten hebt zoals de Dagfond”.
Wat krijgt van jou de meeste waardering?
“Mensen die veel doen voor de club. Zelfs ook achter de schermen, wat je vaak niet ziet. Dat vind ik geweldig. En ook mensen die heel goed presteren met de duiven, daar kan ik ook van genieten!”
Wat was je mooiste ervaring met de duiven?
“Ja, een duif knettervroeg thuis te zien komen. Dat is geweldig! En dan vooral op de Dagfond.
Dan krijg je echt waardering voor zo’n duif.
Niet snel zal ik vergeten dat we op Chateauroux 2 duivinnen meehadden.
Dat is alweer een aantal jaren geleden. Dit was een Nationale vlucht.
Eijerkamp had er circa 40 mee, en daar ging ik op de duiven wachten.
Toen daar 2-3 duiven terug waren, hadden wij er ook 1 weer van de 2. Dat was geweldig!”
Nou, dat was leuk koffie drinken bij een gedreven gepassioneerde jonge duivenliefhebber.
Prachtig!!!
En wanneer je eigen hokje klaar is, komt het met je duiven accommodatie ook helemaal goed Arnoud en gaan we nog wel veel van je horen!
Bedankt voor het gesprek en veel succes en plezier verder met je duiven!